28.12.04
03. Fennesz - Venice
hoe ga je met de druk om als je een tijdje terug door de schrijvende pers eensgezind ‘snoepje van de week’ bent verklaard? want dat gebeurde er plotsklaps met de oostenrijkse experimentele laptop-glitcher/gitarist christian fennesz, nadat hij stiekem wonderschone zomerse liedjes onder een dikke deken van witte ruis en onrustbarend stekelige clicks'n'cuts had gestopt op het fenomenale endless summer. ongehoord veel positieve media-aandacht viel de goede man en zijn muziek ten deel, en dat terwijl hij geen enkele concessie richting groot publiek had gemaakt en gewoon stug was doorgegaan op de weg waar zijn voorgaande werkstukken hem naar toe hadden gebracht. succes en integriteit gingen bij fennesz wonderwel samen.
gevolg was wel dat er hele volksstammen een pavlov-reactie lieten zien bij het alleen al horen of zien van een fennesz-referentie, ook al tussendoor gevoed door grandioze oudedoosopnames (field recordings 1995-2002) of kleinschalige live-albums (live in japan). het wachten op de echte, nieuwe fennesz plaat bleef echter knagen en jeuken. welk een druk moet er door de beste man zijn gevoeld? hoe dan ook, mocht dat laatste al zo zijn, dan is er werkelijk helemaal niets van te merken op deze hagelnieuwe schijf.
sterker nog, venice is nog meer dan endless summer en al zijn andere werken een toonbeeld van pure schoonheid en rauwe emotie. geen eindeloze zomer dit keer, veeleer lijkt de zwaarmoedige pracht een herfstgevoel te willen overbrengen. als geen ander lukt het fennesz om abstracte elektronica en minimale ambient te koppelen aan diepe gevoelens en menselijkheid. en dat niet alleen, hij zorgt ook nog eens voor een perfecte synthese tussen analoog en digitaal, mens en machine: hij laat zijn zacht galmende gitaarakkoorden (en ook die van gastmuzikant burkhard stangl) via zijn laptop uitwaaieren naar de verre zwarte gaten waar ook kevin shields en zijn my bloody valentine zo graag bivakkeerde, zonder dat hij een moment dichter bij afgekloven shoegaze komt. ritme lijkt van geen belang, alles verdrinkt welwillend in een zee van sfeer en puur zijn: geen verleden, geen heden, geen toekomst. muziek die een non-lineaire realiteit beschrijft?
alleen in de samenwerking met david sylvian komt de muziek even aan onze hedendaagse oppervlakte. sylvian, vorig jaar door fennesz al in de watten gelegd op zijn superieure blemish, betaalt hem met minstens gelijke munt terug in het intense 'transit'. waar in eerste verwondering overheerst over de manier waarop sylvians stem zo pontificaal bovenop de muziek is "gelegd", lijkt er bij nadere beluistering steeds meer een 'het heeft zo moeten zijn'-gevoel te gaan bestaan. de als altijd tegelijkertijd afstandelijke en gevoelige stem van sylvian klinkt als een perfect natuurlijke aanvulling op de muziek. sylvian lijkt dan ook bovenal een ‘kindred spirit’, iemand die net als fennesz zoekt naar pure esthetiek door een minimalistische benadering. wat dat betreft lijkt er een soort van ongrijpbare driehoek te zijn ontstaan in combinatie met mark hollis, ook al zo'n eenzaam genie die het moest hebben van emotioneel minimalisme. voorbeeld: het intens melancholieke 'the point of it all' laat hen drieën onbewust samenkomen in een aanhoudend bombardement van klaarblijkelijk recente verlieservaringen, en zorgt met een minimum aan middelen echt elke beluistering weer voor een nieuwe brok in mijn keel. niet dat de vorm overeenkomt met de andere twee, maar inhoudelijk, gevoelsmatig en intellectueel lijkt fennesz op exact dezelfde locatie te verkeren als hollis en sylvian.
op het eind van venice laat hij ons nog even schrikken met een stuk harde gitaarnoise, maar ook die passage blijkt na nadere bestudering hoogst essentieel te zijn; immers, schoonheid is alleen maar te ontdekken wanneer het tegendeel ook gedefinieerd kan worden. indrukwekkend blijft dan hoe hij vanuit de noise op compleet natuurlijke wijze langzaam overvloeit in alweer een warm bad van wonderschone glitchklanken, waarin nog steeds diezelfde noisegitaar ergens ver weg is verstopt. venice is nog veel meer dan we ooit hebben durven dromen.
[deze recensie verscheen eerder op kindamuzik]
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
6 opmerkingen:
Duidelijke zaak. :) (sorry ik kan het niet uitstaan als ik letters vergeet te typen)
hah! mooi man, heb ik ook op 3 :)
Ik heb eindelijk wat gedownload en ik snap waarom jullie het allemaal mooie muziek vinden en die plaat zo hoog waarderen, maar zelf word ik er een beetje kriegelig van, weer vanwege hetzelfde zweverig/aards smaakverschil.
Hebben jullie dat ook wel eens, dat je wel hoort wat er goed (of zelfs geniaal) is aan een plaat, maar dat je er zelf toch weinig mee kan?
ik heb dat bij vrijwel alle dingen van nick cave en tom waits. ik hoor wel dat het goed is, maar kan er vervolgens niets mee.
bij annie snap ik het dan weer niet, daar hoor ik niets in en kan ik me ook niet voorstellen wat anderen wel goed aan vinden.
Jij wil riffs, mannnnn! :) Je bent een man van strakheid.
Ik heb het eerlijk gezegd met al die neoklassiek van Max Richter, Efterklang, etc. Is mooi en zit goed in elkaar, luister er zelfs met plezier naar maar het is wat mij betreft zo aangeharkt en braaf als een engels gazon. Ik heb het na twee platen wel gehoord en eerlijk gezegd snap ik vervolgens niet waarom die platen er voor sommigen dan zo uitspringen (eigenlijk wel hoor, de interface tussen muziek en persoon is een raar proces ;)
Een reactie posten