25.5.08

the death of mediocre music rags is a good thing

”aimed at social inadequates who alphabetize their record collections and really hate music journalism that isn't profoundly respectful of both the musicians and the sacred fabric of rock's rich tapestry. now please close the door. i have just finished cataloguing my collection of pere ubu picture discs and i feel the need to wank.”

gekopieerd uit dit stuk (via ariën, waarvan ik niet wist dat hij weer in blogland was; goed dat je er weer bent!), waarin de terechte teloorgang van enkele midden-van-de-weg-alternative magazines wordt bezongen. zou bij meer bladen en e-zines mogen gebeuren, denk ik dan. want het wordt allemaal zo saai, voorspelbaar. en vaak kontkruiperig. waar kun je fatsoenlijke en kritische interviews tegenwoordig vinden? of mooie beschouwingen vol persoonlijke noten? de eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik al jaren geen oor meer lees, maar ik vermoed het ergste aldaar. is natuurlijk nooit anders geweest. overigens hoor ik het graag wanneer ik het fout heb en wil met plezier worden gewezen op of verwezen naar kwaliteitsartikels in de tegenwoordige oor.
trouwens, ook dichter bij huis stoort het me. kindamuzik - mijn grote liefde, en dat blijft het - plaatst voor 99% kritiekloze interviews of voorbeschouwingen, en als er dan al een kritische beschouwing wordt gepubliceerd (sven schlijpers verhaal over nine inch nails is het niet alleen matig geschreven maar mist het ook nog diepgang en wordt de plank inhoudelijk regelmatig misgeslagen (je kunt een band die in twee maanden tijd meer dan 46 nieuwe nummers uitbrengt via een voor grote bands revolutionaire methode bepaald niet betichten van gemakzucht, ook al is de muziek niet van het niveau waarop je hoopt). het is allemaal zo vlak en voorspelbaar tegenwoordig aldaar, allemaal zo gericht op de grote massa die pinkpop en lowlands het ultieme muzikale genot vindt. en dan kun je zeggen "bas, je hoort voor magazines als oor en kindamuzik dan ook niet meer tot de doelgroep" en wellicht klopt dat ook wel, maar dat is geen excuus voor slechte stukken en kritiekloze reportages en de steeds grotere aandacht voor trendvolgers in plaats van trendvoorlopers (bij gebrek aan een beter woord).

waar zijn de opwindende verhalen? kritische beschouwingen? interviews waarbij de vinger op altijd aanwezige zere plekken gelegd durven te worden? fatsoenlijke onderbouwingen? geweldige persoonlijke essays? en nog belangrijker: welk blad geeft dit soort artikels de ruimte? en voordat iemand antwoord geeft: de engelse versies kan ik na enig speurwerk wel vinden, maar welke nederlandse alternatieven blijven er eigenlijk over? gonzo circus? vorm is goed, maar inhoud net teveel obscuur om het obscuur. wellicht dat er ergens een nieuw internetinitiatief van de grond is gekomen waarvan ik bestaan nog niet weet? wijs me aub in die richting, want hoe vaker ik dat artikel waar ik hierboven naar linkte lees, hoe meer ik de behoefte krijg aan zo'n soort blad/zine/whatever.

3.4.08

i.m. klaus dinger

"wat is motorik eigenlijk?" werd er enkele jaren geleden gevraagd op het subsforum. mijn antwoord toen: "motorik is een vrij uptempo vierkwartsmaat. inderdaad hebben veel bands ook een vierkwarts maat. het gaat om een gevoel dat het bepaalde ritme uren en uren door zou kunnen gaan zonder dat het gaat vervelen. dit wordt veroorzaakt door het hypnotiserende effect van het ritme, het repetitieve aspect, de loop als het ware. de kadans zou je in hogere sferen moeten brengen. de term motorik is ook bedacht naar aanleiding van het feit dat het een perfect ritme was om in de auto op te zetten en lange afstanden te rijden. spacerock heeft dit ritme vaak ook; denk aan hawkwind, ozric tentacles, monstermagnet ten tijde van superjudge (het nummer 'dinosaur vacuum' om precies te zijn)."

klaus dinger is motorik. heeft het uitgevonden. zonder hem geen spacerock in de vorm die we nu kennen. onder andere. dinger was een visionair, een held. een drummer die in de tijd dat prog en vrije jazz hoogtij vierden het aandurfde om zeer minimaal te drummen. en daar vervolgens mee dooooooor bleef gaan. waanzinnig.

overigens is het ook nog eens zeer moeilijk om goed te spelen, de dinger-motorik. strak als een computer, aanhoudend geconcentreerd. als eerbetoon hieronder de beste motorik ooit: neu! - hallogallo, met natuurlijk klaus dinger in een hoofdrol maar nooit expliciet op de voorgrond tredend. zoals het hoort bij echte motorik.

27.2.08

werknemer van de machinefabriek

ben zo onder de indruk van de nieuwe machinefabriek plaat ranonkel dat ik eindelijk de daad bij het woord heb gevoegd en een fikse bestelling heb gedaan: bijeen, fabriek + fabriek, music for intermittent, weleer en zeeg. vijf echte albums (dus geen 3" cdtjes) vol ambient en drones in alle soorten en maten. zal rutger toch wel blij mee zijn, niet?

17.1.08

ragú bolognese




er bestaan nogal wat misverstanden wat betreft bolognese saus. de meeste mensen denken dat het gelijk staat aan een snel te maken rode, op tomaten gebaseerde saus. ideaal voor de snelle trek of onverwachte gasten, zoiets. maar dat is dus niet zo. een echte ragú bolognese is niet binnen kwartiertje in elkaar te draaien; daar mag je gerust minstens drie uur voor nemen, en dan het liefst een dag van tevoren - zoals voor alle stoofpotten trouwens. neem je die tijd, dan heb je ook een heel speciale, geweldig smakende saus die in niets lijkt hetgeen je tot nu toe gewend was onder de naam bolognese te eten. dit heb je nodig:

500 gram gehakt (half-om-half, rund of lam)
125 gram pancetta (of ander spek) in reepjes of blokjes
125 gram kippenlevertjes, afgespoeld, gedroogd en fijngesneden
1 flinke ui, gesnipperd
2 teentjes knoflook, klein gesneden
1 flinke wortel, in kleine blokjes
1 a 2 stengels bleekselderij, in kleine blokjes
+/- een halve liter rode wijn
+/- een halve liter runderbouillon
1 blik gepelde tomaten (400 gram)
1 eetlepel tomatenpuree
100 ml melk
1 laurierblaadje
peper, zout en nootmuskaat

bak de ui, knoflook, wortel en bleekselderij in een beetje olijfolie enkele minuutjes aan. doe er dan het gehakt en de spekjes bij en laat het op matig vuur 10 minuten pruttelen. voeg de kippenlevertjes toe en bak nog enkele minuten. doe er nu de rode wijn bij, zet het vuur hoger en laat de wijn snel inkoken tot hij bijna helemaal verdampt is. voeg dan de bouillon (kijk even hoeveel je nodig hebt, het moet allemaal net onder staan), tomaten en tomatenpuree toe, laat aan de kook komen en voeg de melk toe. eigenlijk ben je dan klaar, behalve dan dat dit minstens 2 tot 3 uur (hoe langer hoe beter) moet sudderen op zeer laag vuur. makkelijker is een ovenvaste pan (met ovenvaste deksel) gebruiken en het 3 uur in een oven tussen de 120 en 150 graden te zetten. af en toe checken of er nog wat vocht bij moet, maar meer werk heb je niet. op het laatst weer op het fornuis zetten en op smaak brengen met peper, zout en versgeraspte nootmuskaat. klaar! alhoewel, het wordt dus nog lekkerder als hem nu helemaal laat afkoelen, en volgende dag pas gebruikt. je weet niet wat je proeft. de kippenlevertjes worden trouwens vaak weggelaten, maar dan mis je net wat diepte in de saus.

gebruik deze saus met spaghetti of linguini, of gebruik hem als basis voor de lekkerste lasagne die je je voor kan stellen (bovenop een laag bechamel met zoveel kaas als je zelf blieft). variaties zijn er genoeg: neem witte wijn in plaats van rode wijn voor een iets lichtere smaak, of gebruik in plaats van gehakt grotere stukken stoofvlees (rund, lam, wild zwijn, of zelfs eend) die je net zolang in de saus stooft dat ze helemaal uit elkaar vallen. gebruik dan wel grotere, bredere pasta als tagliatelle of papardelle. maak de ragú trouwens gerust in grote hoeveelheden want hij is als saus (dus zonder pasta) heel goed in te vriezen.

15.1.08

stokje van x hiram x

kijk maar! altijd leuk natuurlijk, een gouwe ouwe traditie in blogland.

3 artiesten die ik in 2007 leerde kennen:
1. earthless
2. rafael anton irisarri
3. orphax

3 dingen die ik niet licht zal vergeten:
1. 23 februari: bryn die 5 weken voor d-day naar buiten wil
2. 7 dagen later: bryn en mama uit het ziekenhuis
3. alle andere dagen sinds 23 februari

3 stommiteiten/blunders/schaamtelijkheden:
1. dat ik geweldige albums van david lynch, rafael anton irisarri en tsukimono heb gemist - nu toch ontdekt via gerard, en gelukkig maar.
2. dat ik me heb laten verleiden tot het kopen van ganzenborst en eend (2x, zowel heel als in delen) bij lidl. waren in de aanbieding en wilde ik graag eens zelf klaarmaken. niet te eten, veel te vet en vooral inferieur vlees. wat een afknapper.
3. 200 minuten reizen voor 15 minuten shining live is eigenlijk belachelijk - maar wel erg goed trouwens; was overigens niet zozeer een blunder van mezelf als wel van doornroosje met hun idioot trage deurbeleid.

3 dingen waar ik trots op ben:
1. bryn in scream bloody gore shirt.
2. bryn die al huilend erg rustig en tevreden wordt van stars of the lid.
3. bryn die het vertikt om olvarit-potjes te eten en alleen maar home-cooked meals wil.

3 gekochte of gekregen dingen:
1. nieuwe kleren want dat moet als je 14 kg afvalt. streven is nog een kilo of 5.
2. een hele zooi kookboeken, want minder en minder calorierijk eten moet wel een beetje leuk blijven.
3. die gans en eenden bij lidl, maar dat gebeurt dus echt niet meer. dan maar minder vlees en alleen maar goede kwaliteit voor (veel) meer geld.

3 mensen die van mij dit stokje krijgen:
jenneke, moniiq en martijn.2.

3.1.08

2007: de echte echte nummer 1




woorden overbodig natuurlijk. maar niet helemaal, want ik moet toch even wijzen op zijn shirt:


bryn's eerste metal-shirt. papa pinkt nog maar eens een traantje weg. hoe trots kun je zijn?

1.1.08

2007: de buitencategorie




stars of the lid - and their refinement of the decline
shining - grindstone
william basinski - el camino real


ik moet toegeven, het concert van 21 december jongstleden in utrecht bracht stars of the lid weer even terug naar menselijke, kwetsbare proporties. dat was ik niet wat ik had verwacht, en ook niet wat ik wilde. and their refinement of the decline is namelijk 150 minuten lang pure bliss; waar melancholie, hoop, ambient, neoklassiek, drones samenkomen in een innige verstrengeling en samen een eenheid vormen die zo perfect is dat er geen woorden voor te vinden zijn. individuele titels doen niet ter zake, alles gaat in elkaar op alsof het altijd zo heeft moeten zijn. verdrinken in klanken was nog nooit zo mooi. ook niet op de voorganger the tired sounds of.... het concert echter was lang niet zo vloeiend, maar wat erger was: je zag ze spelen. het werd teruggebracht tot menselijke acties. en dan mag het concert nog zo mooi zijn geweest, dat menselijke en de bijbehorende gezichten zijn compleet futiel bij and their refinement of the decline.


shining dus. begonnen als akoestische hardbop/freebob jazzkwartet. en nu? tja. vier albums later is er nog wel wat jazz te vinden, als je goed zoekt. en progrock. en metal. en opera. en vrije improv. en drones. en klassiek. en filmmuziek. en postrock. en noise. veelal instrumentaal, dan weer wat zang. met vocoder. maar een samenhangende, alomvattemde term? niet te vinden binnen onze vocabulaire. shining is alles en niets tegelijk, is totaal over the top en hoogstserieus op hetzelfde moment. op mij heeft het een compleet overrompelend effect, het blaast me helemaal uit mijn schoenen. khanate meets king crimson meets eric dolphy meets sunn o))) meets john zorn meets the mars volta meets messiaen meets jaga jazzist meets slayer meets dead can dance meets mr. bungle. niet te volgen, deze noren, en zo heb ik het graag.


hoe anders is het dan qua afwisseling en diversiteit bij william basinski. een dronende loop van langswaaiende flarden klassieke strijkers(?) die 50 minuten door blijft gaan zonder veel veranderen. zelfs het afbraakproces en het verval zoals die op zijn onvolprezen disintegration loops nog zo prominent aanwezig waren, zijn hier vrijwel niet traceerbaar. en toch is el camino real niets minder dan geniaal. de plaat werkt hypnotiserend, verslavend. de muziek mag dan 50 minuten niet veel veranderen, in de geest verandert de klank, de sfeer, de betekenis. el camino real neemt me mee naar vervlogen herinneringen (terzijde: net als untrue van burial, een geweldige plaat die ook bij mij erg hoog eindigde dit jaar; ik vond er echter geen goede woorden voor - daarvoor verwijs ik met graagte naar omar en gerard), naar dingen van voorbijgaande aard. naar verval. naar vergankelijkheid. naar een stemming van bittere nostalgie, maar wel een die blijft trekken. alles vervliegt. bijna nihilistisch eigenlijk, lijkt het wel. maar toch ook weer niet. het is vooral ook mooi, heel erg mooi. net als stars of the lid. pure schoonheid. pure bliss.


top 15 2007
1. stars of the lid - and their refinement of the decline
2. shining - grindstone
3. william basinski - el camino real
4. susanna - sonata mix dwarf cosmos
5. bj nilsen - the short night
6. supersilent - 8
7. earthless - rhythms from a cosmic sky
8. arve henriksen - strjon
9. paradise lost - in requiem
10. ktl - ktl 2
11. iliketrains - elegies to lessons learnt
12. khanate - it's cold when birds fall from the sky
13. m83 - digital shades vol.1
14. burial - untrue
15. alva noto - xerrox vol.1

30.12.07

2007: categorie de noorse invasie




shining - grindstone
susanna - sonata mix dwarf cosmos
supersilent - 8
arve henriksen - strjon


wellicht dat je bij mij eerder kan spreken van de noorse overheersing. want ga maar na: ik ben al jaren motorpsycho freak (binnenkort een dvd met 6 uur aan materiaal! en in het voorjaar een nieuwe plaat!), en de laatste jaren stonden supersilent en deathprod bovenaan mijn jaarslijsten, met biosphere, jaga jazzist en susanna & the magical orchestra als prominente runner-ups. kan er verder ook niets aan doen; noorse artiesten hebben blijkbaar een bepaald kenmerk (of meerdere) die van alles in me triggeren. gerard had het al over scandinambient met deathprod als voornaamste exponent - en daar kan ik het alleen maar heel erg mee eens zijn. deathprod aka helge sten (ooit het 4e motorpsycho-lid, echt waar) had op 3 van de 4 bovenstaande albums een zeer prominente rol: als lid en producer van supersilent, als producer en muzikant bij mede-supersilent lid arve henriksen, en als producer van susanna.
laat ik bij susanna beginnen. ik ben fan. fan van haar stem, haar voordracht. ze is zowel statig als onzeker, zowel breekbaar als sterk. bij haar magische orkest wordt er redelijk wat ruimte ingenomen door dat magische orkest, nu op haar soloplaat is er geen verschuilen meer mogelijk. 'tot op het bot gaan' en 'blootgeven' zijn dan van die stoplappen die er wel degelijk toe doen. bovenal is haar plaat een bewijs dat deathprod een monument verdient. hij is de enige die stilte zo leeg en desolaat kan laten klinken, zo vol ruimte; ruimte die susanna nodig heeft om volledig tot haar recht te komen. ultiem melancholieke singer-songwriter muziek, maar dan wel met die noorse touch, die leegheid die alleen maar in hoge noorden bereikt kan worden. minimale pracht.
arve henriksen kent diezelfde leegheid, en heeft hem minstens even hard nodig. zijn schetsmatige aanpak neemt dan weer iets van moderne compositie, even later van onderkoelde jazz, om via ambient en zware drones uit te komen bij zijn zaligmakende trompetgeluid. zijn oudere soloplaten zijn erg mooi, maar aan de gladde kant - wat vreemd is als je hem hoort spelen en zingen in moederband supersilent. strjon klinkt echter mede door innige samenwerking met supersilent-kompanen deathprod en stale storlokken als een variatie op die moederband, zonder drums en zonder noisy uitspattingen maar wel met een vergelijkbaar gevoel. zachter, zalvender - dat wel - maar de toonzetting is gelijk. bovenal klink het album echter natuurlijk, bijna toevallig, alsof geluid is opgevangen dat er altijd al rondzwierf. puur, doordringend en liefdevol.


de nieuwe supersilent is echter andere koek. moeilijk te bevatten. ik dacht nog wel dat ik de band eindelijk doorhad na het prachtige 6, de fenomenale dvd 7 en een paar gigantisch indrukwekkende live optredens. maar 8 blijkt een koppige en weerbarstige entiteit voor mij te zijn. dit is hogeschool improv, samengesteld uit urenlange sessies zoals ook miles davis dat in de jaren 70 pleegde te doen. wel beter gemonteerd gelukkig, door natuurlijk deathprod. maar ik mis een reddingsvest bij deze supersilent. deze improv is de kunst van het inhouden, van alleen maar een noot spelen als je er echt iets mee kan uitdrukken. zo kan het zijn dat je minutenlang alleen maar bescheiden elektronische geluiden hoort - die voor ritme door moeten gaan, maar een vast ritme is er nooit bij supersilent - waarna arve henriksen dan heel zachtjes onderdoor begint te zingen met zijn kopstem. een 'liedje' later is het pure atonale noiserock a la naked city of massacre die de kop opsteekt. hard scheurende gitaren die de overhand nemen, het kan plots allemaal bij een band die jarenlang bestond uit drums, twee synths en een trompettist-zanger. maar welke vorm ook, het blijft allemaal onheilspellend en abstract, zonder veel herkenbare oriëntatiepunten waardoor ik hard moet trappelen om boven water te blijven en richting te bepalen. nu ik 8 een keer of 20 heb beluisterd begin ik langzaam enige grip te krijgen, maar het heeft me veel moeite gekost. maar dat is niet erg.

en dan hebben we nog shining, het niet te volprijzen en niet te categoriseren kwartet. uit noorwegen dus. niet de shiniing die een soort black metal maakt en flirt met automutilatie en suicide, maar de shining afkomstig uit de jazz - die dan weer wel op tour gingen met enslaved en nog een andere black metal band. ik zou er veel over kunnen gaan schrijven, maar dat doe ik niet. nog niet. dat komt morgen, in de laatste categorie. daar waar ze het meeste thuishoren.

2007: categorie ambient, elektronica en neoklassiek en wat dies meer zij




stars of the lid - and their refinement of the decline
william basinski - el camino real
bj nilsen - the short night
ktl - ktl 2
m83 - digital shades vol.1
eluvium – copia
alva noto – xerrox vol.1
fennesz & sakamoto – cendre
dopplereffekt - calabi yau space
david sylvian - when loud weather buffeted naoshima
lawrence english - for varying degrees of winter


nogal een lijst ja. het was een goed jaar wat ambient en aanverwanten betreft - hetgeen gerard ook al was opgevallen. over zijn oordeel betreffende stars of the lid ben ik het echter niet geheel eens; zo superieur hoor je ze namelijk maar zelden. kom ik in een latere categorie nog eens terug. net zoals op william basinski met zijn el camino real - gelukkig net binnen gekregen op cd, heb er ettelijke lange maanden op moeten wachten.

bj nilsen is zo op het eind van het jaar plots binnen komen sluipen. niet op de harde, ruwe manier die hij normaal er op na pleegt te houden met zijn vrijwel onbewerkte geluiden van stormen, harde westenwinden, en knetterend boomgeruis. nu kiest hij voor een aanpak die veel meer dan vroeger richting pure ambient gaat - voortdrijvende klankenlandschappen, een ondertoon van melancholie, en zelfs hier en daar melancholie. biosphere komt regelmatig in me op, maar dan zonder de ritmische loops. uitgestrekter, leger ook. meer ruimte latend voor het weg zinken in een droomtoestand (dronetoestand?). intense pracht, deze nieuwe koers van bj nilsen aka hazard.
bij ktl (stephen o'malley + peter rehberg) kun je niet van pracht spreken, wel van intens. dieper-dan-diepzwarte drones, ijzingwekkend minimalisme, langzaam aanzwellende noise, onheilspellend tot 666e macht. gebruik het bij psychologische horrorfilms en mensen rennen gillend en huilend de zaal uit. ktl 2 is niet heel anders dan de eerste ktl, doet er hoogstens nog een ziek schepje bovenop, en is stieken behoorlijk subtiel in de details. maar dat is bij echt goede ambient niet erg, dat mag voor altijd blijven doorgaan. als dit de soundtrack van de hel is wil ik wel eeuwig branden.


hoe anders is het qua sfeer dan bij m83, de franse held die zo graag een elektronische, futuristische mengeling van shoegaze, ambient en aalgladde prog maakt. op dit tussendoortje houdt hij prog en ritmes verborgen voor de sterren en is het een en al kosmische gelukzaligheid van licht schoenstarende ambient. glad, op het randje van kitsch, maar hij komt er weer mee weg. en ook nog zeer overtuigend. samen met je robotvriendjes wegdrijven tussen de sterren op muziek gezet, zoiets.
eluvium houdt het aanmerkelijk dichter bij aarde en doet hier vooral aan neoklassiek; weliswaar vermengt met heerlijk zalvende klankenlandschappen. opener 'amreik' is meer jóhann jóhannsson dan jóhann jóhannsson zelf, maar dat schetst wel meteen waar je copia moet zoeken: geen weerhaakjes, geen ruis, maar puur gericht op schoonheid, zalvend en dromerig. daar doe ik het ook wel voor.
er schijnt bij alva noto een heel concept achter zijn bronmateriaal te zitten - iets over samples uit reclames of zoiets. doet er verder niet toe, vind ik. als de muziek maar goed is, en op xerrox vol.1 is dat absoluut het geval. mooie, pure ambient, hier en daar gecombineerd met een zachte, warme laag witte ruis. perfect om bij weg te dromen en je gedachten de ruimte te geven om welke kant dan ook op te gaan. mooi hoor.
ook erg prettig was de samenwerking tussen fennesz & sakamoto, hoewel cendre minder avontuurlijk is dan ik had verwacht. de werkwijze lijkt al snel duidelijk: fennesz zorgt voor een licht glitchende maar altijd melodieuze ondergrond, waarna sakamoto met zijn eenzame pianonoten de boel inkleurt. af en toe net iets te glad en vrijblijvend, maar stiekem wel een verslavend mooi album dat zowel op de voor- als achtergrond uitstekend wegluistert. de klassieker die de twee in zich hebben is het evenwel niet geworden.


dat is calabi yau space van dopplereffekt ook niet, maar dan hadden ze linear accelerator maar niet moeten uitbrengen een paar jaar geleden. niet te overtreffen natuurlijk. deze nieuweling zou zonder de voorganger wellicht meer zijn opgevallen, en uiteindelijk is het toch zeker een heerlijke sci-fi soundtrack zoals ze te weinig worden gemaakt. electro en ambient geplaatst binnen de leegheid van het heelal, voorbij het grote niets en met alleen maar de klanken van je eigen ruimteschip en echo's van andere beschavingen.
david sylvian zal nooit zover van aarde verwijderd zijn, ook niet met zijn ensemble bestaande uit hemzelf, arve henriksen, clive bell, akira rabelais en christian fennesz. zijn when loud weather buffted naoshima is echter wel flink out there, in die zin dat het geen gemakkelijk werk is. een 70 minuten durende collage van fieldrecordings, flarden arve henriksen-zang, zachte ambient, klassieke instrumentaties, en drones. moeilijkdoenerij wellicht, maar wel erg mooi als je er voor in de stemming bent. bedoeld als installatiemuziek voor een kunstvoorstelling, maar doet het ook goed op een zondagmiddag met een goed boek of midden in de nacht al typend aan een werkstuk.
en dat doet lawrence english ook; for varying degrees of winter klinkt licht, koel, open, helder, indringend. voor alle weersoorten en situaties in de winter, maar net zo goed als soundtrack voor de nacht. de ambientdrones golven en glijden langs en door je heen, en het is de openheid en de helderheid die vooral opvalt. krakend zwart ijs, sneeuwvlakten zover het oog reikt, en alles wat er tussenzit. prachtig album.

29.12.07

2007: categorie albums die wel genoemd moeten worden maar niet passen binnen de andere categorieën




iliketrains - elegies to lessons learnt

kijk, als je bij mij aankomt met zwaarmoedige pathos zonder greintje ironie ben je aan het goede adres. humor hoort niet thuis in muziek, of je moet zappa of primus heten. Het mini-album van iliketrains van vorig jaar, progress / reform, was zeven nummers lang, bloedserieuze melancholie, ergens tussen mogwai en joy division. intense pracht, dertig minuten lang, pijnlijk mooi. om stil van te worden en op repeat te zetten. krap een jaartje later is de eerste langspeler eindelijk uit, en potverdomme, dit is niet om te lachen: dit is om te huilen zo mooi. echt. met mogwai, godspeed etc. en explosions in the sky aan de ene kant, en joy division, nick cave en tindersticks aan de andere kan het nauwelijks misgaan natuurlijk; en dat doet het ook niet. elf nummers en vijftig minuten lang is het zwaar, donker, somber, melancholiek, dramatisch. ingetogen zwelgend in eigen of andermans verdriet, heerlijk. 'this is a devil's game, and it turns me on' zingt droefsnoot dave martin in "the deception", en je gelooft hem direct. wat een zeggingskracht, wat een intensiteit, wat een zalige overdaad aan pathos en drama. maar alles gebracht met engelse hoffelijkheid en netheid. dat is dan meteen een van mijn kritiekpunten. nergens gaat het loos, overal is er nog beheersing en terughoudendheid. 'let go, let go, let go, let go' zong maynard in tools "the grudge", en dat is eigenlijk wat iliketrains op minstens één van de liedjes had moeten doen. zich even laten gaan, al dat verdriet even omzetten in verwoestende noise; zoals mogwai (vroeger) en mono dat ook plegen te doen. een ander, wellicht nog belangrijker pijnpunt, is het feit dat elk nummer in een trage 6/8 is; een langzame wals die heerlijk blijft ronddraaien, maar tien nummers lang eigenlijk veel te eenvormig is (alleen de afsluiter "death is the end" is in 4/4). alsof de band maar één kunstje kan en dat dan tot in perfectie heeft uitgewerkt. want perfect is het dus wel: individueel gezien is er helemaal niets - lees: HELEMAAL NIETS - aan te merken op de humorloze, prachtige, überserieuze postrock-met-zang-liedjes. verslavend mooi, met de kans op verdrinking in de draaikolk van tranen die uit elk liedje druipt. is elegies to lessons learnt dus helemaal geslaagd? niet bepaald. maar toch is het gebodene zo goed dat ik niet anders kan dan het in mijn jaarlijst op te nemen. ik zei toch dat ze bij mij aan het goede adres waren.

(deze recensie is eerder dit jaar bij file under gepubliceerd)

28.12.07

2007: categorie met dank aan black sabbath





earthless - rhythms from a cosmic sky
khanate - it's cold when birds fall from the sky


zonder black sabbath geen doom en geen stoner, zoveel is wel duidelijk. de genres worden nog wel eens op eenzelfde hoop gegooid, maar bovengenoemde bands zijn totaal verschillend dat een gelijke oorsprong moeilijk voor te stellen is. earthless is pure liefde. liefde voor muziek, liefde voor het samenspel, liefde voor de jam, liefde voor de gitaarsolo, liefde voor de stonerriff. twee lange, instrumentale bijna-jams van 20+ minuten waarin alles op kosmische manier samenkomt. stonerrockend de ellenlange highways door de woestijn door, om vervolgens op te stijgen en door het heelal verder te suizen. maar verder luisterend is er meer, veel meer; komen er steeds meer flarden miles davis anno dark magus, agharta en pangaea boven drijven. beginnen in een toonsoort en daarna de ultieme vrijheid opzoeken, waar die ook te vinden moge zijn. doorgaan is het ultieme doel, de reis voortzetten zolang de liefde prevaleert boven alles wat op de weg komt. wat een heerlijke, gelukzalige plaat.


het contrast met khanate kan nauwelijks groter zijn. hier geen vrijheid, geen gelukzaligheid, geen liefde - in welke vorm dan ook. alles ademt pijn, verdriet, haat, wanhoop, intense depressies. deze live opnames uit 2005 laten een grootse, glorieuze band horen die triomfeert in lelijke zwartheid. zuigend als een zwart gat trekt it's cold when birds fall from the sky alle geluk uit je weg, totdat je overblijft als verschrompeld, zielig hoopje vlees en botten zonder verder doel in je bestaan. maar als ik mijn muzikanten-mode aanzet hoor ik ook een band die zeer geconcentreerd uitermate complex werk aan het spelen is. geen vrijheid of jam-gevoel, maar veeleer hedendaags gecomponeerd - bijna klassiek aandoend. zeer ingehouden en terughoudend gespeeld, zo traag dat een begrip als ritme futiel wordt. minimalistisch ook, geen noot teveel. en dan zou het nog te doen zijn als ook het volume erg laag was, maar khanate speelt zeker 60% van de tijd op volle sterkte. dat is dus nauwelijks te doen: keihard, angstaanjagend intens, en tegelijkertijd minimaal en ingehouden en zo traag dat de tijd stil gaat staan. dat is echt extreem moeilijk en het feit dat khanate dit op zulk een manier waarmaakt is bijna schokkend.