30.12.07

2007: categorie de noorse invasie




shining - grindstone
susanna - sonata mix dwarf cosmos
supersilent - 8
arve henriksen - strjon


wellicht dat je bij mij eerder kan spreken van de noorse overheersing. want ga maar na: ik ben al jaren motorpsycho freak (binnenkort een dvd met 6 uur aan materiaal! en in het voorjaar een nieuwe plaat!), en de laatste jaren stonden supersilent en deathprod bovenaan mijn jaarslijsten, met biosphere, jaga jazzist en susanna & the magical orchestra als prominente runner-ups. kan er verder ook niets aan doen; noorse artiesten hebben blijkbaar een bepaald kenmerk (of meerdere) die van alles in me triggeren. gerard had het al over scandinambient met deathprod als voornaamste exponent - en daar kan ik het alleen maar heel erg mee eens zijn. deathprod aka helge sten (ooit het 4e motorpsycho-lid, echt waar) had op 3 van de 4 bovenstaande albums een zeer prominente rol: als lid en producer van supersilent, als producer en muzikant bij mede-supersilent lid arve henriksen, en als producer van susanna.
laat ik bij susanna beginnen. ik ben fan. fan van haar stem, haar voordracht. ze is zowel statig als onzeker, zowel breekbaar als sterk. bij haar magische orkest wordt er redelijk wat ruimte ingenomen door dat magische orkest, nu op haar soloplaat is er geen verschuilen meer mogelijk. 'tot op het bot gaan' en 'blootgeven' zijn dan van die stoplappen die er wel degelijk toe doen. bovenal is haar plaat een bewijs dat deathprod een monument verdient. hij is de enige die stilte zo leeg en desolaat kan laten klinken, zo vol ruimte; ruimte die susanna nodig heeft om volledig tot haar recht te komen. ultiem melancholieke singer-songwriter muziek, maar dan wel met die noorse touch, die leegheid die alleen maar in hoge noorden bereikt kan worden. minimale pracht.
arve henriksen kent diezelfde leegheid, en heeft hem minstens even hard nodig. zijn schetsmatige aanpak neemt dan weer iets van moderne compositie, even later van onderkoelde jazz, om via ambient en zware drones uit te komen bij zijn zaligmakende trompetgeluid. zijn oudere soloplaten zijn erg mooi, maar aan de gladde kant - wat vreemd is als je hem hoort spelen en zingen in moederband supersilent. strjon klinkt echter mede door innige samenwerking met supersilent-kompanen deathprod en stale storlokken als een variatie op die moederband, zonder drums en zonder noisy uitspattingen maar wel met een vergelijkbaar gevoel. zachter, zalvender - dat wel - maar de toonzetting is gelijk. bovenal klink het album echter natuurlijk, bijna toevallig, alsof geluid is opgevangen dat er altijd al rondzwierf. puur, doordringend en liefdevol.


de nieuwe supersilent is echter andere koek. moeilijk te bevatten. ik dacht nog wel dat ik de band eindelijk doorhad na het prachtige 6, de fenomenale dvd 7 en een paar gigantisch indrukwekkende live optredens. maar 8 blijkt een koppige en weerbarstige entiteit voor mij te zijn. dit is hogeschool improv, samengesteld uit urenlange sessies zoals ook miles davis dat in de jaren 70 pleegde te doen. wel beter gemonteerd gelukkig, door natuurlijk deathprod. maar ik mis een reddingsvest bij deze supersilent. deze improv is de kunst van het inhouden, van alleen maar een noot spelen als je er echt iets mee kan uitdrukken. zo kan het zijn dat je minutenlang alleen maar bescheiden elektronische geluiden hoort - die voor ritme door moeten gaan, maar een vast ritme is er nooit bij supersilent - waarna arve henriksen dan heel zachtjes onderdoor begint te zingen met zijn kopstem. een 'liedje' later is het pure atonale noiserock a la naked city of massacre die de kop opsteekt. hard scheurende gitaren die de overhand nemen, het kan plots allemaal bij een band die jarenlang bestond uit drums, twee synths en een trompettist-zanger. maar welke vorm ook, het blijft allemaal onheilspellend en abstract, zonder veel herkenbare oriëntatiepunten waardoor ik hard moet trappelen om boven water te blijven en richting te bepalen. nu ik 8 een keer of 20 heb beluisterd begin ik langzaam enige grip te krijgen, maar het heeft me veel moeite gekost. maar dat is niet erg.

en dan hebben we nog shining, het niet te volprijzen en niet te categoriseren kwartet. uit noorwegen dus. niet de shiniing die een soort black metal maakt en flirt met automutilatie en suicide, maar de shining afkomstig uit de jazz - die dan weer wel op tour gingen met enslaved en nog een andere black metal band. ik zou er veel over kunnen gaan schrijven, maar dat doe ik niet. nog niet. dat komt morgen, in de laatste categorie. daar waar ze het meeste thuishoren.

2007: categorie ambient, elektronica en neoklassiek en wat dies meer zij




stars of the lid - and their refinement of the decline
william basinski - el camino real
bj nilsen - the short night
ktl - ktl 2
m83 - digital shades vol.1
eluvium – copia
alva noto – xerrox vol.1
fennesz & sakamoto – cendre
dopplereffekt - calabi yau space
david sylvian - when loud weather buffeted naoshima
lawrence english - for varying degrees of winter


nogal een lijst ja. het was een goed jaar wat ambient en aanverwanten betreft - hetgeen gerard ook al was opgevallen. over zijn oordeel betreffende stars of the lid ben ik het echter niet geheel eens; zo superieur hoor je ze namelijk maar zelden. kom ik in een latere categorie nog eens terug. net zoals op william basinski met zijn el camino real - gelukkig net binnen gekregen op cd, heb er ettelijke lange maanden op moeten wachten.

bj nilsen is zo op het eind van het jaar plots binnen komen sluipen. niet op de harde, ruwe manier die hij normaal er op na pleegt te houden met zijn vrijwel onbewerkte geluiden van stormen, harde westenwinden, en knetterend boomgeruis. nu kiest hij voor een aanpak die veel meer dan vroeger richting pure ambient gaat - voortdrijvende klankenlandschappen, een ondertoon van melancholie, en zelfs hier en daar melancholie. biosphere komt regelmatig in me op, maar dan zonder de ritmische loops. uitgestrekter, leger ook. meer ruimte latend voor het weg zinken in een droomtoestand (dronetoestand?). intense pracht, deze nieuwe koers van bj nilsen aka hazard.
bij ktl (stephen o'malley + peter rehberg) kun je niet van pracht spreken, wel van intens. dieper-dan-diepzwarte drones, ijzingwekkend minimalisme, langzaam aanzwellende noise, onheilspellend tot 666e macht. gebruik het bij psychologische horrorfilms en mensen rennen gillend en huilend de zaal uit. ktl 2 is niet heel anders dan de eerste ktl, doet er hoogstens nog een ziek schepje bovenop, en is stieken behoorlijk subtiel in de details. maar dat is bij echt goede ambient niet erg, dat mag voor altijd blijven doorgaan. als dit de soundtrack van de hel is wil ik wel eeuwig branden.


hoe anders is het qua sfeer dan bij m83, de franse held die zo graag een elektronische, futuristische mengeling van shoegaze, ambient en aalgladde prog maakt. op dit tussendoortje houdt hij prog en ritmes verborgen voor de sterren en is het een en al kosmische gelukzaligheid van licht schoenstarende ambient. glad, op het randje van kitsch, maar hij komt er weer mee weg. en ook nog zeer overtuigend. samen met je robotvriendjes wegdrijven tussen de sterren op muziek gezet, zoiets.
eluvium houdt het aanmerkelijk dichter bij aarde en doet hier vooral aan neoklassiek; weliswaar vermengt met heerlijk zalvende klankenlandschappen. opener 'amreik' is meer jóhann jóhannsson dan jóhann jóhannsson zelf, maar dat schetst wel meteen waar je copia moet zoeken: geen weerhaakjes, geen ruis, maar puur gericht op schoonheid, zalvend en dromerig. daar doe ik het ook wel voor.
er schijnt bij alva noto een heel concept achter zijn bronmateriaal te zitten - iets over samples uit reclames of zoiets. doet er verder niet toe, vind ik. als de muziek maar goed is, en op xerrox vol.1 is dat absoluut het geval. mooie, pure ambient, hier en daar gecombineerd met een zachte, warme laag witte ruis. perfect om bij weg te dromen en je gedachten de ruimte te geven om welke kant dan ook op te gaan. mooi hoor.
ook erg prettig was de samenwerking tussen fennesz & sakamoto, hoewel cendre minder avontuurlijk is dan ik had verwacht. de werkwijze lijkt al snel duidelijk: fennesz zorgt voor een licht glitchende maar altijd melodieuze ondergrond, waarna sakamoto met zijn eenzame pianonoten de boel inkleurt. af en toe net iets te glad en vrijblijvend, maar stiekem wel een verslavend mooi album dat zowel op de voor- als achtergrond uitstekend wegluistert. de klassieker die de twee in zich hebben is het evenwel niet geworden.


dat is calabi yau space van dopplereffekt ook niet, maar dan hadden ze linear accelerator maar niet moeten uitbrengen een paar jaar geleden. niet te overtreffen natuurlijk. deze nieuweling zou zonder de voorganger wellicht meer zijn opgevallen, en uiteindelijk is het toch zeker een heerlijke sci-fi soundtrack zoals ze te weinig worden gemaakt. electro en ambient geplaatst binnen de leegheid van het heelal, voorbij het grote niets en met alleen maar de klanken van je eigen ruimteschip en echo's van andere beschavingen.
david sylvian zal nooit zover van aarde verwijderd zijn, ook niet met zijn ensemble bestaande uit hemzelf, arve henriksen, clive bell, akira rabelais en christian fennesz. zijn when loud weather buffted naoshima is echter wel flink out there, in die zin dat het geen gemakkelijk werk is. een 70 minuten durende collage van fieldrecordings, flarden arve henriksen-zang, zachte ambient, klassieke instrumentaties, en drones. moeilijkdoenerij wellicht, maar wel erg mooi als je er voor in de stemming bent. bedoeld als installatiemuziek voor een kunstvoorstelling, maar doet het ook goed op een zondagmiddag met een goed boek of midden in de nacht al typend aan een werkstuk.
en dat doet lawrence english ook; for varying degrees of winter klinkt licht, koel, open, helder, indringend. voor alle weersoorten en situaties in de winter, maar net zo goed als soundtrack voor de nacht. de ambientdrones golven en glijden langs en door je heen, en het is de openheid en de helderheid die vooral opvalt. krakend zwart ijs, sneeuwvlakten zover het oog reikt, en alles wat er tussenzit. prachtig album.

29.12.07

2007: categorie albums die wel genoemd moeten worden maar niet passen binnen de andere categorieën




iliketrains - elegies to lessons learnt

kijk, als je bij mij aankomt met zwaarmoedige pathos zonder greintje ironie ben je aan het goede adres. humor hoort niet thuis in muziek, of je moet zappa of primus heten. Het mini-album van iliketrains van vorig jaar, progress / reform, was zeven nummers lang, bloedserieuze melancholie, ergens tussen mogwai en joy division. intense pracht, dertig minuten lang, pijnlijk mooi. om stil van te worden en op repeat te zetten. krap een jaartje later is de eerste langspeler eindelijk uit, en potverdomme, dit is niet om te lachen: dit is om te huilen zo mooi. echt. met mogwai, godspeed etc. en explosions in the sky aan de ene kant, en joy division, nick cave en tindersticks aan de andere kan het nauwelijks misgaan natuurlijk; en dat doet het ook niet. elf nummers en vijftig minuten lang is het zwaar, donker, somber, melancholiek, dramatisch. ingetogen zwelgend in eigen of andermans verdriet, heerlijk. 'this is a devil's game, and it turns me on' zingt droefsnoot dave martin in "the deception", en je gelooft hem direct. wat een zeggingskracht, wat een intensiteit, wat een zalige overdaad aan pathos en drama. maar alles gebracht met engelse hoffelijkheid en netheid. dat is dan meteen een van mijn kritiekpunten. nergens gaat het loos, overal is er nog beheersing en terughoudendheid. 'let go, let go, let go, let go' zong maynard in tools "the grudge", en dat is eigenlijk wat iliketrains op minstens één van de liedjes had moeten doen. zich even laten gaan, al dat verdriet even omzetten in verwoestende noise; zoals mogwai (vroeger) en mono dat ook plegen te doen. een ander, wellicht nog belangrijker pijnpunt, is het feit dat elk nummer in een trage 6/8 is; een langzame wals die heerlijk blijft ronddraaien, maar tien nummers lang eigenlijk veel te eenvormig is (alleen de afsluiter "death is the end" is in 4/4). alsof de band maar één kunstje kan en dat dan tot in perfectie heeft uitgewerkt. want perfect is het dus wel: individueel gezien is er helemaal niets - lees: HELEMAAL NIETS - aan te merken op de humorloze, prachtige, überserieuze postrock-met-zang-liedjes. verslavend mooi, met de kans op verdrinking in de draaikolk van tranen die uit elk liedje druipt. is elegies to lessons learnt dus helemaal geslaagd? niet bepaald. maar toch is het gebodene zo goed dat ik niet anders kan dan het in mijn jaarlijst op te nemen. ik zei toch dat ze bij mij aan het goede adres waren.

(deze recensie is eerder dit jaar bij file under gepubliceerd)

28.12.07

2007: categorie met dank aan black sabbath





earthless - rhythms from a cosmic sky
khanate - it's cold when birds fall from the sky


zonder black sabbath geen doom en geen stoner, zoveel is wel duidelijk. de genres worden nog wel eens op eenzelfde hoop gegooid, maar bovengenoemde bands zijn totaal verschillend dat een gelijke oorsprong moeilijk voor te stellen is. earthless is pure liefde. liefde voor muziek, liefde voor het samenspel, liefde voor de jam, liefde voor de gitaarsolo, liefde voor de stonerriff. twee lange, instrumentale bijna-jams van 20+ minuten waarin alles op kosmische manier samenkomt. stonerrockend de ellenlange highways door de woestijn door, om vervolgens op te stijgen en door het heelal verder te suizen. maar verder luisterend is er meer, veel meer; komen er steeds meer flarden miles davis anno dark magus, agharta en pangaea boven drijven. beginnen in een toonsoort en daarna de ultieme vrijheid opzoeken, waar die ook te vinden moge zijn. doorgaan is het ultieme doel, de reis voortzetten zolang de liefde prevaleert boven alles wat op de weg komt. wat een heerlijke, gelukzalige plaat.


het contrast met khanate kan nauwelijks groter zijn. hier geen vrijheid, geen gelukzaligheid, geen liefde - in welke vorm dan ook. alles ademt pijn, verdriet, haat, wanhoop, intense depressies. deze live opnames uit 2005 laten een grootse, glorieuze band horen die triomfeert in lelijke zwartheid. zuigend als een zwart gat trekt it's cold when birds fall from the sky alle geluk uit je weg, totdat je overblijft als verschrompeld, zielig hoopje vlees en botten zonder verder doel in je bestaan. maar als ik mijn muzikanten-mode aanzet hoor ik ook een band die zeer geconcentreerd uitermate complex werk aan het spelen is. geen vrijheid of jam-gevoel, maar veeleer hedendaags gecomponeerd - bijna klassiek aandoend. zeer ingehouden en terughoudend gespeeld, zo traag dat een begrip als ritme futiel wordt. minimalistisch ook, geen noot teveel. en dan zou het nog te doen zijn als ook het volume erg laag was, maar khanate speelt zeker 60% van de tijd op volle sterkte. dat is dus nauwelijks te doen: keihard, angstaanjagend intens, en tegelijkertijd minimaal en ingehouden en zo traag dat de tijd stil gaat staan. dat is echt extreem moeilijk en het feit dat khanate dit op zulk een manier waarmaakt is bijna schokkend.

27.12.07

2007: categorie kookboeken




heston blumenthal - in search of perfection
de zilveren lepel
culinaria spanje
culinaria italië
culinaria frankrijk
jamie oliver - jamie at home


heel wat leuke en goede kookboeken gekocht/gekregen dit jaar, maar deze zes hebben mij de meeste inspiratie bezorgd. in search of perfection is het boek van culinair alchemist heston blumenthal, chef van 3-sterren restaurant the fat duck. hij heeft ook een eigen serie op de bbc, waarin hij op zoek gaat naar perfectie - zijn idee ervan. het boek beschrijft zijn zoektocht en is hoogst fascinerend en amusant. vlot geschreven, en met veel vaart (geen grap), komt hij tot welgeteld 8 recepten verdeeld over meer dan 200 pagina's. waarbij het meer gaat over het proces, de zoektocht, de reis, dan het uiteindelijke resultaat. hij onderbouwt zijn dingen graag op (semi)wetenschappelijke manier - in zijn nieuwe serie laat hij bijvoorbeeld iemand de mri-scanner in gaan om te onderzoeken welk hersencentrum wordt aangesproken tijdens het eten van steeds hetere chilipepers. geweldig! of hij test 10verschillende aardappelrassen voor de beste chips, roast potatoes of mash. zijn recepten zijn absurd lang en zelfs bijna niet te doen voor de gevorderde thuiskok - alleen al om de benodigdheden. ik ben er nog niet aan begonnen, maar wil ooit zijn versie van de perfecte spaghetti bolognese gaan maken. kijk hier voor een voorbeeld van zijn perfect trifle - te lezen tot eind 2007 dus wees snel.

de culinaria-boeken en zeker zilveren lepel zijn veel meer basiskookboeken die voor iedereen bruikbaar zijn. ook geweldig leesmateriaal, maar puur gericht op traditie en streekgebonden recepten. nu vind ik het geweldig om de achtergronden te kennen van de franse, italiaanse en spaanse streekgerechten; waarom ze zo zijn zoals ze zijn. de culinaria-boeken geven wat dat betreft erg veel waar voor je geld - 15 euro per boek is niets voor zo'n dikke pillen. de zilveren lepel biedt nauwelijks achtergronden maar vooral een enorme hoeveelheid aan recepten - meer dan 2000. een gerecht met konijn? hier heb je 10 pagina's met 3 recepten per pagina. en dat geldt voor vrijwel alle ingrediënten uit de westerse wereld die je je maar kan voorstellen. als je met koken wil beginnen: de zilveren lepel.

of natuurlijk een van de inmiddels vele jamie oliver boeken. net op de valreep van 2007 zijn nieuwste gekregen, en heb er inmiddels een heerlijke groene asperge-aardappel-filodeeg-taart uit gemaakt - of in ieder geval een variant erop. kom ik binnenkort op terug, maar tot die tijd: het was helemaal geweldig! in dit boek gaat jamie vooral de seizoensgebonden kant op, met veel spul uit eigen tuin. nu heeft hij een enorm landhuis in essex met een geweldig grote tuin met tuinman, dus hij heeft makkelijk praten. maar toch, vrouwlief en ik gaan komend jaar weer meer eigen groenten telen; al hadden we natuurlijk een goede reden dit jaar om minder actief te zijn.

26.12.07

2007: categorie niet te categoriseren




otomo yoshihide - multiple otomo
shining - grindstone


feit: otomo yoshihide (hier trouwens geen link naar de eigen webiste, maar naar een mooi overzichtsartikel op kindamuzik), een japanner met al meer dan 100 albums op zijn naam. maar, die 100 albums zeggen me eigenlijk niets - merzbow heeft er ook al waanzinnig veel gemaakt en daarvan is maar een klein deel beluisterbaar -, het gaat erom wat de goede man nu doet. en dat is potdorie op de cd-dvd-dubbelaar multiple otomo niet misselijk. de cd is een mooi staaltje van een compromisloze geluidskunst; drones, noise, feedback, minimale bijna-stilte. geen melodieën, wel fascinerende texturen en futuristische geluidslandschappen. de bijbehorende dvd is echter nog veel leuker: zie hoe hij draaitafels en vinyl te lijf gaat met verfbranders (zien is geloven), hoe hij elastieken spant tussen naald en draaitafel en met propjes zilverfolie (vastgeplakt op de draaitafel) en strijkstokken de elastieken snaren bespeelt, hoe hij gitaren ijzingwekkend bewerkt, hoe hij met toongeneratoren speelt. geluid als kunst, prachtig mooi in beeld gebracht door een stel videokunstenaars. was de dvd er niet bij, dan zou de cd zomaar op de stapel van heel goede maar niet wereldschokkende improv/ambient/noise albums zijn gekomen. de dvd echter is van zo een grote en fascinerende meerwaarde dat ik het gewoon hier moet noemen. fantastische release.

shining moet ik zeker ook hier noemen als niet te categoriseren band met nog minder te catgeoriseren muziek, maar verder dan deze beschrijving ga ik nog even niet want in mijn verdere eindlijst categoriseer ik hem nog in twee andere categorieën.

24.12.07

2007: categorie oude helden die het nog steeds waarmaken




paradise lost - in requiem
rush - snakes & arrows
fu manchu - we must obey
queens of the stoneage - era vulgaris
machine head - the blackening


niets mis met ouwe helden. zeker niet als ze paradise lost heten. nu moet ik toegeven dat ik de engelse droefsnoten nog nooit op een slecht album heb weten te betrappen. daarbij, als je via ultra zware doom/death en gothic metal uiteindelijk terecht komt bij zwaarmoedige synthipop a la depeche mode - en er ook nog zeer overtuigend mee wegkomt - verdien je eeuwig respect. maar je bent zo goed als je laatste plaat, en in requiem is de beste sinds gothic. zo goed ja. een terugkeer naar metal, echo's van icon en draconian times, en zelfs hier en daar van gothic. nooit gedacht, toch gekomen. gekoppeld aan het geniaal catchy popgevoel van de latere albums krijg je een superalbum dat weer eens genegeerd wordt door zowel massa als media. paradise lost is al jaren niet meer hip. uiteindelijk is in requiem wellicht wel mijn meest beluisterde album van 2007. en vrouwlief vindt het ook nog eens zeer fijn.

hip is rush natuurlijk ook allang niet meer. de echte echte ouwe lullen van deze lijst zijn echter te goed om te negeren. snakes & arrows brengt niets nieuws, maar bewijst andermaal dat rush eigenlijk veel meer een powerpopband is dan een archetypische progrockband - zoals ook hiram eerder dit jaar al schreef op zijn blog. natuurlijk wordt er geweldig gespeeld, maar altijd onderkoeld, nooit opdringerig. de stem van geddy lee kent geen sleet (tot verdriet van velen, dat wel) en neil peart blijft een echte held voor alle drummers. nu de liedjes zelf ook weer op peil zijn kan het zomaar zo zijn dat deze nieuweling de beste is sinds counterparts. indrukwekkende prestatie.

fu manchu schrijft al jaren hetzelfde nummer; soms wat meer haken en ogen, dan weer wat radiovriendelijker, maar altijd rechtvooruitstonerrock. dat is nu niet anders. maar beter heb ik ze nog nooit gehoord, zelfs niet tijdens de gloriejaren van de stoner. we must obey is hard en compromisloos, gaat dwars door de muren van aftandse oefenbunkers en bouwvallige garage's van beun de haas, en knalt keihard vooruit in een dikke dukes of hazard dodge. nauwelijks melodie, ruwe productie, geen adempauze: raggen! keihard de lekkerste, zeggen ze dan. mooist is echter het bonusnummer 'never again' waar plots blijft dat er een verrassend melodieus en melancholiek laagje onder de roest en de smeerolie verborgen zit.

wat queens of the stoneage betreft had ik de hoop opgegeven. de laatste twee bevielen me niet meer, rated r werd steeds minder gedraaid, en alleen het superieure debuut en mijn innig gekoesterde eerste zes delen van de desert sessions (allemaal 10" gekleurd vinyl) hebben het magische gevoel. zonder verwachtingen aan era vulgaris beginnen bleek het beste te werken, want ik kon plots weer enigszins datzelfde gevoel hervinden. niet helemaal, maar toch. lekker dreinende riffs en ritmes, puntige solo's, mooie zanglijnen, minimaal gebeuk dat heerlijk lang blijft doorzeuren. heel fijn dat ze terug zijn. voelt toch een beetje als hervonden vriendschap.

met machine head was ik ook heel goed vrindjes toen ze hun eerste uitbrachten, daarna was ik enkele jaren geheel uit de metal dus ik weet niet wat ze in de tussentijd hebben gedaan. nieuweling the blackening is echter gewoon heel lekkere metal; melodieus als bay area thrash, agressief, iron maiden gitaarharmonieën en geweldige solo's. metal uit het boekje. af en toe wat te langdradig - wat dat betreft hebben ze qua puntigheid veel te leren van het vergelijkbare maar nog veel betere the haunted. een song als 'aesthetics of hate' is echter een van de klassiekers van het jaar; zo hoort metal te klinken.

23.12.07

eindejaarslijst?

dit jaar is er geen grote eindejaarsbonanza zoals die de afgelopen jaren wel verscheen in de blogosphere. blogs zijn gestopt, mensen hebben geen tijd, geen zin, of hebben dit jaar gewoonweg alleen willen luisteren zonder zichzelf de druk op te leggen hun mening persé met de buitenwereld te delen. zelf hoor ik grotendeels bij die laatste groep. overigens heb ik ook veel minder tijd gehad dit jaar, maar toch; de zendingsdrang is grotendeels verdwenen. bovendien heb ik niets meer toe te voegen aan de recensie als vorm; daarvoor heb ik er inmiddels genoeg geschreven over de jaren. af en toe kruip ik uit mijn limburgse schulp en schrijf ik een recensie of wat voor file under, gewoon omdat ik het niet kan laten. maar verder? andere prioriteiten. einde van mijn opleiding. liever koken en luisteren dan erover schrijven.

maar nu, zo op het einde van jaar doe ik toch weer iets met de eindejaarslijst. je kunt de freak in jezelf namelijk niet zomaar uitschakelen. het zal een andere vorm worden, geen gewone top tien; wil je die lezen kun je rond de kerst gewoon naar file under hoppen. doet er verder nog iemand mee? weinig kans. gerard is erover aan het denken - ik hoop dat het lukt. maar anderen? i think not. kijk en lees vooral wel het zeer mooie eindejaars-epistel van ludo op de nieuwe site van de subjectivisten. zo moet dat dus.

dit jaar begin ik met de categorie:

perfecte liedjes op een aardig album
en dan kom ik snel uit bij de nieuwe band van the gathering's anneke van giersbergen. haar band/project agua de annique maakte dit jaar air, een heel mooi album vol melancholieke luisterpop met af en toe een heftige oprisping. af en toe wel wat futloos, alsof ze vergeten was de rode peper iets dieper naar binnen te duwen. er staat echter het nummer 'witnesses' op, een perfect, intens en heftig rocknummer zoals the gathering nimmer had kunnen maken. ingehouden, drukkend, dan weer een postrockiaanse uitbarsting waarbij er flinke muren van noise worden opgetrokken. en dan blijkt het live trouwens nog een veel beter nummer, bewees het concert in heerlen. live was het trouwens met alle liedjes veel beter gesteld; wat een intensiteit, wat een soepele, lekkere band, wat een power. 100x beter dan the gathering live ooit was. volgende keer datzelfde gevoel op plaat aub.

ook erg de moeite waard was the spacious mind, een zweedse spacerock band die ergens tussen vroege monster magnet en vroege pink floyd opereert. heel fijn, maar de wereld gaat er niet van schokken. op het openingsnummer van gentle path highway na, 'rider of the woodlands'. zoiets is niet meer te verslaan: 15 minuten langzame opbouw naar sterrensuizende ruimtereizen, krautrockend over de spacehighway, totale overgave aan de kosmische trip. dat gevoel. een beter liedje heb ik dit jaar niet gevonden.